Het heerst op het moment: buikgriep. Alles wat je in je kind
stopt, komt er aan twee kanten vloeibaar weer uit. Naast dat dit voor jou als
ouder heel wat werk met zich mee brengt, is het voor je kind uitputtend en
vervelend. Daarnaast ligt er uitdroging op de loer. Hoe kleiner het kind, hoe
sneller dit gebeurt. Goede begeleiding is dus nodig.
Een “gewone” maagdarminfectie.
Bij een gewone maagdarminfectie is er geen echte koorts,
geen krampende buikpijn en het buikje van je kind is soepel. Als dit het geval
is, dan kun je het volgende doen:
Op de eerste dag geef je je kind alleen warme (venkel)thee
met druivensuiker. Gebruik 5 gram druivensuiker op 100 ml thee (1 theelepel
druivensuiker is ongeveer 3-5 gram). Geef ieder uur kleine beetjes van deze thee
te drinken. Bij het avondeten geef je wat rijstewater: 3-4 gram rijstemeel in
100 ml water met 5 gram druivensuiker. De druivensuiker wordt snel opgenomen en
helpt bij het herstel van het darmslijmvlies.
Heeft het kind eerder honger, geef dan wat eerder dan de avondmaaltijd
rijstewater.
De tweede dag is het braken gestopt. Blijf het kind thee te
drinken geven. Daarnaast kun je rijstewater geven, een groenteprakje zonder
aardappelen, boter of olie, geraspte appel en wat beschuit. Banaan kan ook,
maar bedenk dat onrijpe banaan de diarree erger maakt, een rijpe banaan
neutraal is en een overrijpe banaan stopt.
De derde dag is ook de diarree verbeterd. Je kunt je kind nu
licht verteerbaar laten eten, d..w.z. toast, knackebrot, groente,
aardappelpuree met een beetje boter. Geef het kind nog geen vlees, patat,
pizza, gebak, snoep e.d. te eten.
Zijn de diarree, het braken en de evt. lichte koorts 3 dagen
weg, dan kan het kind weer alles eten.
Als je kind blijft braken
Soms blijft je kind braken terwijl de diarree al gestopt is.
Dit heeft vaak te maken met een te lage suikerspiegel in het bloed. Handel dan
als volgt:
Geef elke 10 minuten één of twee slokjes thee met 5-10 gram
druivensuiker op 100 ml thee. Hiervoor kun je venkel- of kamille thee
gebruiken. Let erop dat je kind het warm genoeg heeft. Het kan zijn dat je kind
nog een paar keer braakt, dat geeft niet. Het kind houdt van iedere slok toch
iets binnen. Kalmeer je kind en vertel het dat het tijd is voor een volgend
slokje. Na één of twee uur kan je kind wat meer drinken tot het rustig een heel
kopje kan binnenhouden. Is het braken gestopt, geef dan wat beschuit zonder
boter, eventueel met wat jam.
De volgende dag geef je licht verteerbaar vetarm eten. Ook
de derde en vierde dag moet het eten nog vetarm zijn.
Als je je ongerust voelt, raadpleeg dan je huisarts. Doe dit in ieder geval als het braken langer dan 16 uur aanhoudt, je kind
donkere kringen onder de ogen krijgt en een droge tong of als je kind weinig plast.
Bron: Kinderspreekuur, M. Glöckler en W. Goebel